Comomeeritalie.be In Gravedona, vlakbij de hoofdweg, vind je de Kerk van Gusmeo en Matteo, in het Italiaans: Chiesa di Ss Gusmeo e Matteo. Voor de kerk ligt een klein park met zitjes en bomen die hier in 1863 geplant zijn.
De legende van de Ss. Gusmeo en Matteo kerk
Volgens de legende is de kerk gebouwd op de plaats van het martelaarschap en de begrafenis van de twee heiligen. Gusmeo en Matteo waren soldaten in het Tebea legioen die ontsnapt waren aan de slachting van keizer Massimiano. Hun vlucht eindigde in Gravedona waar ze gevangen en onthoofd werden op 11 september 1248.
Eerder werd de kerk gewijd aan San Fedele, een andere soldaat die martelaar werd aan de oever van het Comomeer.
De bouw van de kerk
De kerk werd halverwege de 13de eeuw gebouwd en had een Romaans uiterlijk. De voorgevel lag op het oosten. In 1533 werd de kerk gerenoveerd en uitgebreid. Ook werd de voorgevel gesloopt voor een nieuwe pastorie. De nieuwe voorgevel werd aan de westzijde gebouwd van vier marmeren pilaren en een zwart marmeren entree.
Aan de westzijde van de kerk zijn nog resten te herkennen van de originele Romaanse kerk zoals de pilaren en blinde bogen. Aan de noordzijde van de kerk is de klokkentoren uit de 17de eeuw te zien.
Binnenkant van de kerk
In de 17de en 18de eeuw werd de kerk ook binnenin voltooid. De zwart-witte vloer wordt afgewisseld met tal van grafstenen, ter nagedachtenis aan de vroegere begraafplaats van de soldaten. Aan de rechterkant van de entree is een kapel gewijd aan Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans (Madonna del Rosario). In deze kapel hangt het schilderij van Onze Lieve Vrouw met kind te midden van de beschermheiligen Domenico en Caterina. Op de achtergrond staan de drie heilige martelaren: Fedele, Gusmeo en Matteo.
Tevens aan de rechterzijde is een kapel gewijd aan Pio V, paus Pius V. En aan de linkerkant is een kapel gewijd aan de Heilige Maagd Maria. In de pastorie, afgesloten met een zwarte marmeren ballustrade, staat de witte marmeren ark met daarin de overblijvselen van de twee heiligen. Tegenwoordig wordt de ark gebruikt als altaar. Het gewelf van de pastorie is versierd met fresco’s. De grootste fresco is die van ‘God de vader in heerlijkheid’, werk van Giovanni Mauro della Rovere, ook wel ‘Fiammenghino’ genoemd. Deze fresco heeft hij op 28 juni 1608 ondertekend. Onder de andere bogen zijn fresco’s te vinden van de vier kardinalen, tevens gemaakt door dezelfde kunstenaar.
